Terugblik op het Dutch Birding weekend van 9-11 oktober
De voorbereidingen voor een Dutch-Birding-weekend beginnen altijd ruim van tevoren, alleen dit jaar moesten we ons op andere punten concentreren dan normaal. Zijn we gewoonlijk bezig met het regelen van lezingen, het zoeken naar mooie onderwerpen en sprekers, dagoverzichten en dergelijke; dit jaar zat een avondprogramma er vanwege de coronaregels helaas niet in. Maar niet getreurd, het weekend ging door. De voorbereidingen bestonden nu uit het goed afstemmen van zaken, mensen van tevoren inlichten hoe te handelen bij zeldzame soorten met een groter publiek, en natuurlijk het inrichten van een WhatsApp Bird-alerts-groep om elkaar op de hoogte te houden van leuke waarnemingen én het communiceren van de nodige gedragsregels.
Centrale punten waren voor vogelaars als vanouds het Vogelinformatiecentrum in de Cocksdorp (wie loopt er niet even langs om zijn kijker te laten schoonmaken, of even te kijken door de nieuwste verrekijkers en telescopen) en restaurant de Robbenjager, om na een mooie zoektocht over de noordpunt even bij te praten, koffie te drinken en op te warmen. Een Windepijlstaart op de voorgevel van het Vogelinformatiecentrum, het gehele weekend aanwezig, was een ander aantrekkingspunt voor de vlinderaars onder ons, het is een beslist niet algemene nachtvlinder in Nederland.
Het Vogelinformatiecentrum had samen met Swarovski een mooie CL 8×30 verrekijker ter beschikking gesteld voor het vinden van de ‘soort van het weekend’. Reden genoeg om er met zijn allen een gezellig weekend van te maken.
De meeste vogelaars kwamen vrijdag 9 oktober op het eiland aan, maar de dagen ervoor werden de Texelaars al angstvallig in de gaten gehouden. Kunnen we direct al bij iets leuks aanschuiven? Er zaten nog morinelplevieren (altijd leuk in oktober, de laatsten op doortrek), een grauwe en een rosse franjepoot bij elkaar (een mooie gelegenheid beide soorten eens mooi te kunnen vergelijken), twee bruine boszangers (vogels die lekker diep in de struiken skulken waarvoor je geduld moet hebben), een Siberische braamsluiper, een juveniele roze spreeuw (wat eenvoudiger gekleurd dan een adult, maar wel een schaarse soort in het najaar), grote pieper, roodkeelpieper en het bekende groepje van vijf Europese kanaries (waarvan het vrouwtje geringd en mogelijk van kwekersherkomst is). Elders in Nederland en in het buitenland werden al mooie en zeldzame soorten gemeld; de hoop bestond dat we daar dit weekend ook van konden meepikken.
De bovengenoemde soorten zaten er gelukkig nog, hoewel de franjepoten soms niet in beeld waren, dan moest je later terugkeren. Zolang je dat maar (enkele keren) deed, dan moest je ze te zien krijgen. De roze spreeuw was ril en vloog over grote afstanden, de bruine boszangers deden hun best om zoveel mogelijk ongezien te blijven, enkele tjiftjaffen zorgden voor verwarring; check uw foto’s of u de juiste vogel op de plaat hebt ;-).
Vogelaars bij bruine boszanger Phylloscopus fuscatus, Reddingsboothuis, Texel, 9 oktober 2020 (Wietze Janse)
rosse franjepoot Phalaropus fulicarius en grauwe franjepoot P. lobatus. Dorpzicht, Texel, 11 oktober 2020 (Wietze Janse)
morinelplevier Charadrius morinellus, Dorpzicht, Texel, 9 oktober 2020 (Garry Bakker)
De regen viel op vrijdag mee en dat gaf gelegenheid om mooie wandelingen te maken op zoek naar iets leuks. Zelf liepen wij een mooie ronde over De Muy en De Nederlanden, een paapje was daarbij een leuke soort. Voor je het weet is de dag weer voorbij, sluit je af in de Tuintjes, krijg je toch nog een kleddernat buitje over je heen, maar ben je nog op tijd voor je shift in het restaurant (de Robbenjager) om een lekker diner te nuttigen.
Zaterdag 10 oktober begon regenachtig, midden op de dag werd het wat droger met een enkele bui. De wind was stevig, maar tussen de buien door was het lekker vogelen. De berichten op de appgroep begonnen ’s morgens vroeg al; de beide franjepoten zaten nog op dezelfde plek en veel mensen konden daar nog even aanschuiven. Er werd een mooie groep van meer dan 200 kleine rietganzen ontdekt, onderweg naar hun bekende overwinteringsplekken in het Westland of België. Hierin werd een geringde vogel gevonden, afkomstig van een IJslands/Engels ringproject; leuk om zulke informatie te verkrijgen. Een morinelplevier liet zich kortstondig zien op een natte akker bij Eierland, vergezeld door wat bontbekplevieren, bonte strandlopers, goudplevieren en tapuiten. De laatsten worden wat langer bekeken, er zal maar een zeldzame tussen zitten. Er werd over zee gekeken en dat leverde onder andere drieteenmeeuwen, dwergmeeuwen, kleine en grote jager, roodkeel- en parelduikers, alken en zeekoeten op. Grote sterns en visdieven vlogen met regelmaat langs, een Noordse stern werd er ook nog tussen gezien. Een grote aalscholver (de ondersoort uit de UK) werd gevonden in de haven van Oudeschild. Hier gingen ook veel mensen heen om drie tamme sneeuwgorzen te bekijken of om ze eens mooi op de gevoelige plaat vast te leggen. Blauwe kiekendief en velduil worden gemeld, beide tegenwoordig schaarse soorten op het eiland. Smellekens joegen op meerdere plekken achter de zangvogels op trek, een late boomvalk maakte Dorpzicht onveilig en joeg in het zonnetje op (heide)libellen. Er werd één strandleeuwerik gemeld bij Lange Dam bij de Slufter, de bekende overwinteraars zijn nog niet terug. Een witkopstaartmees was leuk, de bruine boszangers deden hun best zich te verstoppen, maar met geduld wist een heel aantal vogelaars de soort toch bij te schrijven. Een Siberische tjiftjaf lokte vogelaars naar Dorpzicht, de vogel liet zich soms leuk zien en goed herkennen door zijn ‘piepkuiken’-roep. De juveniele roze spreeuw liet zich met regelmaat leuk zien op de noordpunt en er werden er zelfs nog meer exemplaren gevonden, onder andere langs de Waddendijk en bij De Koog. Goudhaan en vuurgoudhaan lieten zich regelmatig zien, het werd zoeken naar de bladkoningen. Deze werden op meerde plekken gevonden, onder andere twee exemplaren lieten zich leuk bekijken bij de Siberische tjiftjaf. De trek van lijsters kwam langzaam op gang met volop zanglijster en koperwieken. Daarnaast was er een mooie aankomst van noordelijke merels, met daartussen met regelmaat beflijsters, die zich bijvoorbeeld leuk lieten bekijken in de Tuintjes. De vijf Europese kanaries waren niet altijd even gemakkelijk te zien, maar met enig geduld waren deze leuk in beeld te krijgen. IJsgorzen werden op meerdere plekken overtrekkend gemeld en naast de drie bekende sneeuwgorzen werd er onder andere nog een groepje van negen exemplaren gezien op Dijkmanshuizen. Tapuiten waren nog voldoende aanwezig op het eiland; hier en daar zat er nog een paapje tussen.
bruine Boszanger Phylloscopus fuscatus, De Tuintjes, Texel, 10 oktober 2020 (Dave van der Spoel)
sneeuwgors Plectrophenax nivalis, Oudeschild, Texel, 9 oktober 2020 (Garry Bakker)
De klapper kwam echter in de avond vlak voor het donker; de appgroep melde een Izabeltapuit bij de parkeerplaats van de Vuurtoren, dus werd het druk op de parkeerplaats. De vogel foerageerde langs de hekken en duintjes van de parkeerplaats, verdween soms over de duintjes, maar kwam steeds weer terug. Daardoor konden veel mensen de vogel voor het donker nog mooi bekijken. Ik vermoed dat meerdere mensen hun (bestelde) avondeten en diners in hotels/restaurants hebben moeten uitstellen -niet gemakkelijk in deze tijd- maar dan maar een wat eenvoudig maaltijd, daarvoor laat je een mooie soort niet lopen. De vogel werd gevonden door Diederik Kok, een mooie gooi naar de verrekijker. We hadden een uitdaging voor de zondag …
avondtwitch van Izabeltapuit Oenanthe isabellinus, De Vuurtoren, Texel, 10 oktober 2020 (Wietze Janse)
Izabeltapuit Oenanthe isabellinus, De Vuurtoren, Texel, 10 oktober 2020 (Wietze Janse)
Zondag 11 oktober begon met regenbuien, maar tussendoor was het lekker vogelen. In de verte een bui, zonnetje lekker in de rug, het leverde mooie regenbogen op er zullen heel wat foto’s van gemaakt zijn. Maar we kwamen niet voor regenbogen; vogels moesten er gezocht en gevonden worden! Nog steeds waren de bekende groep kleine rietganzen, de beide franjepoten, de grote aalscholver, meerdere bladkoningen, de twee bruine boszangers, de juveniele roze spreeuwen en de vijf Europese kanaries aanwezig. Gelukkig werd, voor degene die de dag ervoor het avondeten toch voor hadden laten gaan, de Izabeltapuit weer teruggevonden bij de parkeerplaats naast de Vuurtoren. De vogel liet zich gedurende de dag daar of bij het Torenrestaurant fraai bekijken. Maar we waren op zoek naar nieuwe soorten en vogels en dat lukte. Veel mensen deden een poging aan zee met de harde noordwestenwind. Dat leverde een rustig beeld op met wel veel Jan van Genten, leuke groepjes alk/zeekoeten en drieteenmeeuwen, maar de krenten waren schaars en in de vorm van kleine, middelste en grote jager, Noordse stormvogel, grauwe en Noordse Pijlstormvogel en voor enkele waarnemers een papegaaiduiker. Verder vloog er een steppekiekendief langs de Oorsprongweg, een roodkeelpieper over het NIOZ en een dwerggors over de Robbenjager, leuke soorten maar geen bedreiging voor de verrekijker. Aan gewonere soorten werden nog een late krombekstrandloper gemeld in de Mokbaai, een velduil op de noord- en zuidpunt, smellekens, boomvalk, strandleeuwerik, nog een heel aantal boerenzwaluwen, enkele late huiszwaluwen, overtrekkende ijsgorzen en meerdere sneeuwgorzen. Maar toen kwamen aan het begin van de middag foto’s door van een 1e winter zwartkopgors bij een camping in De Koog. De vogel foerageerde op het voetbalveld, maar alleen mensen die dicht in de buurt waren en snel konden aanschuiven mochten de vogel zien, hij vloog helaas al snel met een groep vinken het bos in en kon verder in de middag helaas niet meer teruggevonden worden. Snel daarna volgde er alweer een mooie soort: een blauwstaart in het Krimbos. Een lastige vogel die steeds in het dichte bos verdween maar zich af en toe op zijn rondje aan de buitenkant liet zien aan de gelukkige waarnemers op de juiste plek. Een kleine vliegenvanger bij camping Loodsmanduin was halverwege de middag nog een mooie toevoeging voor de lijst. Een mogelijke struikrietzanger en overtrekkende Siberische boompieper werden nog gemeld, dat zijn soorten met een uitdaging op het herkenningsvlak.
roze Spreeuw Pastor roseus, Renvogelveld, Texel, 11 oktober 2020 (Garry Bakker)
zwartkopgors Emberiza melanocephala, De Koog, Texel, 11 oktober 2020 (Dirk Vogt)
blauwstaart Tarsiger cyanurus, Krimbos, Texel, 11 oktober 2020 (Jorrit Vlot)
En zo kwamen we aan het eind van een mooi weekend, in de loop van de middag en avond vertrokken steeds meer deelnemers naar het vasteland; sommigen bleven nog tot maandag.
De verrekijker werd uitgereikt aan Diederik Kok, de Izabeltapuit blijkt de soort van het weekend, net iets minder vaak waargenomen in Nederland dan de Zwartkopgors, ontdekt door Dirk Vogt, die een eervolle tweede plek krijgt.
Diederik Kok (r) neemt zijn prijs in ontvangst van Marc Plomp van Vogelinformatiecentrum Texel; een Swarovski CL8x30 verrekijker voor de ontdekking van de Izabeltapuit, de soort van het weekend (Foto: Rodny Stolk)
Op de maandag erna vinden de achterblijvers de blauwstaart en Izabeltapuit weer terug, de eerste blijft moeilijk en met veel geduld te zien te krijgen, de laatste geeft een beter show weg. De eerste Pallas’ boszanger van het jaar werd gevonden op camping Tamarisk, een mooie soort in het najaar, en achteraf kwam er een fraaie foto langs van een bosgors op de camping bij De Koog, die hadden meerdere vogelaars ook nog graag gezien.
We kijken, ondanks dat we in deze tijd geen volledig programma konden aanbieden, terug op een mooi en geslaagd weekend, met veel mooie vogelsoorten, veel gezelligheid, lekker bijpraten met oude vrienden die je al een tijd niet gezien had, kortom, een paar dagen uit waar een vogelaar weer even op kan teren. We hopen jullie volgend jaar van 8-11 oktober 2021 weer te zien.
Wietze Janse, bestuur en adminteam DB, Vogelinformatiecentrum Texel.
Dit artikel is met toestemming overgenomen van de Dutch Birding website.