Door de enigszins vreemd aandoende hoofd en snavel is de Eider een opvallende vogel. Het mannetje is bovendien het grootste gedeelte van het jaar opvallend zwart-wit gekleurd. Alleen in de zomer verliest het mannetje zijn prachtkleed en is dan geheel donker gekleurd met maar weinig wit.

Mannetjes laten hun prachtkleed pas zien als ze al een jaar of vier oud zijn, tot die tijd is het verenkleed bedekt met grijze en bruine vlekken. In het voorjaar zijn de mannetjes op hun mooist, dan maken ze de voruwtjes het hof, dit gaat gepaard met een prachtig geluid dat over het water bij windstil weer op grote afstand te horen is.
In Nederland broeden Eiders in het waddengebied, maar meestal ligt het broedgebied verder noordelijk. Eiders zijn zee-eenden die duikend hun voedsel zoals mossels en kokkels bemachtigen en deze vervolgens in het geheel doorslikken.
In tegenstelling tot veel andere eenden maken Eiders tijdens het duiken ook gebruik van hun vleugels. Omdat Eiders hoofdzakelijk van Kokkels en mossels leven, zien we een verband tussen de aanwezigheid van deze schelpdieren en de eenden.