Jonge blauwe kiekendieven online te volgen
In samenwerking met Sovon Vogelonderzoek Nederland heeft Werkgroep Grauwe Kiekendief – Kenniscentrum Akkervogels (GKA) afgelopen jaar een aantal blauwe kiekendieven geringd en voorzien van een zender.
Anno 2021 broeden er minder blauwe kiekendieven dan zeearenden in Nederland. Alleen op Texel, Terschelling en in de Groningse akkers komen nog paren voor. Afname van de broedpopulatie wordt waarschijnlijk veroorzaakt doordat te veel jonge vogels hun eerste winter niet overleven. Om te onderzoeken waar het misgaat, zijn ook deze zomer nestjongen gezenderd, waaronder voor het eerst op Terschelling.
Vanaf begin jaren negentig neemt de populatie blauwe kiekendieven in Nederland gestaag af. Waren er in 1992 nog circa 140 paren, tegenwoordig resteert nog geen 10 paar. Die broeden in het Waddengebied en op de akkers in Groningen. De gebieden in de Waddenzee ontlenen hun beschermde status als Natura 2000-gebied mede aan het voorkomen van de blauwe kiekendief en de vraag dringt zich op: waarom gaat het zo slecht met deze soort en hoe kan hij geholpen worden?
OVERLEVING VAN JONGEN
Blauwe kiekendieven vestigden zich rond de Tweede Wereldoorlog in het Nederlandse Waddengebied. In de decennia daarna begon de soort ook in enkele heide- en hoogveengebieden (o.a. Weerribben) te broeden en was er eind jaren zestig een spectaculaire opleving van tientallen paren in het net drooggelegde Zuidelijk Flevoland. Uiteindelijk bleef alleen het Waddengebied als broedregio over, waar de populatie sinds 1970 wordt geteld en vanaf 2004 aan de hand van gerichter onderzoek in kaart is gebracht. Uit dit populatieonderzoek bleek dat er niet zozeer te weinig jongen uit het ei komen en opgroeien, maar dat vooral het overleven van hun eerste winter het probleem is. Er sterven te veel juveniele kiekendieven na het uitvliegen om de huidige populatie in stand te houden. Ook de sterfte onder volwassen vogels is in de loop van de jaren toegenomen.
ZENDERVOGELS UIT BROEDSEIZOENEN 2019 EN 2020
De sterfteoorzaken van jonge blauwe kiekendieven worden sinds 2019 onderzocht met behulp van zenders. Daarmee kunnen de verplaatsingen van de jonge vogels nauwkeurig worden gevolgd. Het geeft mogelijkheid om het habitatgebruik en de slaapplaatsen van de vogels in kaart te brengen en om in geval van sterfte vrij precies te bepalen wanneer en waaraan een individu dood is gegaan. In 2019 en 2020 werden in totaal 13 jongen gezenderd: waarvan één vogel op Texel en 12 in akkers in Groningen. De eerste resultaten lieten zien dat deze vogels in de eerste winter in Nederland, Duitsland, Engeland en Frankrijk verbleven. Allemaal jaagden zij vooral in het boerenland en waren dus afhankelijk van het prooiaanbod in het agrarisch gebied, zoals veldmuizen en kleine zangvogels.
Van deze twee broedseizoenen (2019 en 2020) zijn inmiddels nog maar twee individuen in leven, en zij hebben nog geen broedpoging ondernomen. Van vier individuen was de doodsoorzaak te bepalen: in twee gevallen was er sprake van predatie door een vos en in twee gevallen van ondervoeding. Het lijkt nu dus al duidelijk dat er weinig jongen overleven en dat verbetering van de voedselsituatie, bijvoorbeeld door de aanleg van vogelakkers en toename percentage agrarische natuurbeheer, de overleving zou kunnen verhogen.
VOLG BLAUWE KIEKENDIEVEN ONLINE
In 2021 werden in totaal vijf jonge blauwe kiekendieven van drie verschillende nesten op Terschelling geringd en uitgerust met een zender. Ook op Texel broedden drie paren, waarvan er twee jongen kregen. Daarvan zijn er vier uitgerust met een zender. Omdat de slechts twee aanwezige nesten in de Groningse akkers mislukten, werden daar dit jaar geen jongen gezenderd.
Een deel van deze jongen trokken al snel weg van de eilanden en kwam in Friesland en Groningen of het noorden van Nedersaksen terecht. Met name de vogels van Texel bleven echter langer op hun geboorte-eiland en vertrokken voor een deel naar een ander Waddeneiland. Helaas zijn er op dit moment van de 9 jongen nog maar 3-4 in leven. Dit geeft een somber beeld en bevestigt dat de jongenoverleving inderdaad erg laag is. Twee jongen werden door een roofvogel gepredeerd, en één stierf waarschijnlijk door ondervoeding. Ook van de niet gezenderde maar wel gekleurringde jonge blauwe kiekendieven zijn maar weinig terugmeldingen. Twee van deze vogels werden terug gemeld; de een was kort na het uitvliegen gepredeerd, de ander werd in goede gezondheid teruggezien nabij haar voormalige geboortegebied rond de Eemshaven.
Ook al gaat het om voorlopige resultaten, het is duidelijk dat het verbeteren van de overlevingskansen van juveniele vogels een van de belangrijkste uitdagingen is om de blauwe kiekendief als broedvogel voor Nederland te behouden. Des te bijzonderder dus dat de verplaatsingen van de jonge blauwe zenderkieken nu ook online gevolgd kunnen worden.
Volg de gezenderde kiekendieven hier online
Grauwe Kiekendief – Kenniscentrum Akkervogels (GKA) en Sovon Vogelonderzoek Nederland onderzoeken in opdracht van Vogelbescherming Nederland overleving en habitatgebruik van blauwe kiekendieven in het kader van het project ‘Wij&Wadvogels’ en in samenwerking met de terreinbeheerder Staatsbosbeheer. Het project wordt gefinancierd door het Prins Bernhard Cultuurfonds, waarbij een deel van de zenders gefinancierd is dankzij donateurs van GKA, Martijn van der Loo en Soontiëns Ecology.
Tekst: Peter de Boer, Sovon Vogelonderzoek Nederland; Almut Schlaich en Tonio Schaub, Grauwe Kiekendief – Kenniscentrum Akkervogels
Foto’s: Hans Jansen, Suzanne Dijksen, GKA, Marc Plomp