Verslag van het team Dwaalgasten 2.0

Een verslag van de Big Day 2018: Ga er maar aan staan. Want kunnen woorden vatten wat wij als Team Dwaalgasten 2.0 allemaal gezien hebben die dag? En kunnen we de opwinding, de verwachtingen en spanning die we die dag gevoeld hebben verwoorden? We gaan toch een poging doen (Christophe, Jeroen en Joost)

Zondag 6 mei reis ik (al) af naar het prachtige Texel, voor een weekje vakantie met mijn gezin met als afsluitend vogelhoogtepunt de Big Day. Ik poog al wat te gaan scouten en heb de voorbereiding van meerdere teams via waarneming.nl gezien (Bonte Vliegenvangers in Dorpzicht, Koningseider die gevolgd werd bij paal 13-14-15, Porseleinhoen in het Grote Vlak en natuurlijk Morinelplevieren langs de Muyweg). Zondagavond kan ik even een klein rondje maken en ben benieuwd of ik de houtsnippen al kan zien baltsen. Maar eerst Morinelplevieren scoren! Ik sta er rond half 9 ’s avonds en helemaal alleen in de afnemende avondzon scharrelen zeven Morinellen rond. Ik zie een paar vrouwtjes, een mannetje en wat juvenielen. Daarna naar het bos, waar ik rond half tien in rijd en wat schertste mijn verbazing: Niet minder dan 8 houtsnippen waren op of rond de weg te vinden! Als bonus begint er ook nog een nachtzwaluw te zingen, vlak naast waar ik geparkeerd sta! Het is een prachtig begin van een vogelrijke week.

De dagen daarna ben ik gezellig met het gezin op pad en, omdat we in Den Hoorn overnachten en alles met de gehuurde (bak)fiets ondernemen, blijkt dit een goede training in zowel de weg vinden door de Staatsbossen als trainen om 24 uur op de fiets te zitten. Onderweg kom ik het één en ander aan soorten tegen, waarvan ik weet dat die op de Big Day welkom zullen zijn.

Donderdag. Vandaag komen mijn teammaatjes Jeroen en Joost ook op het eiland aan en we hebben afgesproken ’s avonds in het gezellige De Koog een plan te maken over de route en welke soorten we waar zullen aantreffen. Een gevonden roodkopklauwier gooit de plannen ietwat in de war. Die moeten natuurlijk wel nog even twitchen maar we zijn helaas net te laat. Wel hebben we al drie teams gezien: The Peregrines, Dutch Birding en de Jonge Hondjes.
Uiteindelijk komen we aan in de Koog en na een geschikte plek gevonden te hebben en de juttertjes op tafel staan, kan de voorbereiding beginnen. Ik heb de kaart van het eiland bij me en met de ervaringen van vorig jaar is het eigenlijk gauw bekeken. We hadden de soortenlijst uitgeprint en de meest kansrijke gebieden geselecteerd: Eerst de kop van het eiland (Renvogelveld, Roggesloot) voor roepende watervogels en nachtelijke zangers, dan langs de Haneplas en de Ruigedijk (Kerkuilen?) naar het Grote Vlak (Waterral, Porseleinhoen en eventueel Zomertaling), vervolgens het bos in (houtsnip, appelvink en wielewaal) en zeetrek bij Paal 15 (Jan-van-Gent, Zwarte Zee-eend, strandlopers) en daarna naar de Petten/Mokbaai/Horsmeertjes (Geoorde Fuut, Blauwborst, Rietgors, Baardman) om via een koffiepauze in Den Hoorn (Zwaluwen en Gierzwaluw, Sperwer) met ontbijt (jaja) naar het Doolhof te rijden en dan de vogelrijke nieuwe gebieden Dijkmanshuizen (Steltlopers, Sterns, Ganzen), Ottersaat, Nieuw Buitenheim (Dwergstern, Noordse Stern) en Waal en Burg mee te pakken. Van daaruit gaan we wel zien hoe laat het is en wat we nog allemaal kunnen sprokkelen vanaf daar. De timing wordt besproken, voor welk gebied we hoe lang zullen bezoeken en we voelen ons wel zeker van de zaak. De 130 kunnen we wel halen. We nemen afscheid en ik fiets het eindje weer terug van De Koog naar Den Hoorn. Meer training, dat helpt.

De volgende dag staan mijn gezin en ik op om naar het strand te gaan. Gelukkig kan dat bij paal 21, waar de Roodkopklauwier nog steeds te zien is. Die kunnen we dus binnen lopen. Jeroen en Joost zijn er ook, eerder dan ik, dus die hebben de overvliegende Bijeneters (!) nog wel meegepakt en ik niet. Balen. Maar goed, een Roodkopklauwier is ook prachtig en die kunnen we goed bekijken. Daarna lekker vis eten in de Koog, en naar huis voor een stukje welverdiende rust. Rond half vijf vertrek ik naar de Cocksdorp met alle toebehoren voor een goede Big Day: Naslagwerk, de verrekijker en de telescoop en, zeker niet onbelangrijk, genoeg eten en drinken voor onderweg!

Aangekomen bij de Cocksdorp is het eerst tijd voor een kleine versnapering op de hoek, voor we de fietsen ophalen bij Van der Linden (waarvoor dank!). Als laatste team zijn we aan de beurt, maar blijkbaar geldt “Lest, Best”, want over de dag hadden we geen enkel probleem met onze fietsen en hebben tot 500 meter van het einde nog gebruik kunnen maken van de batterij.

Vervolgens rijden we naar het Eierlandsche Huis, startpunt voor de briefing en om de andere teams te ontmoeten. Ik krijg van James Lidster van team the Big Ears een Scopac die ik besteld heb (beste koop van het weekend) en zodoende steun ik het goede doel de Huiszwaluw natuurlijk ook zelf!
Dan kan de avond beginnen: Na inspirerende woorden van Jan van de Veenis, zakelijke boodschappen van Marc Guyt en Marc Plomp is de briefing voorbij en gaan we ons voorbereiden op de 24-uursrace in de Hut van Joost en Jeroen op de Krim. Er komen wat biertjes op tafel, en we hangen wat in de hut, terwijl we onze verwachtingen hooggespannen houden. Ik hoop vurig op de houtsnippen van de afgelopen week omdat ik die vorig jaar gemist heb. Ook denk ik dat deze route veel beter gaat zijn dan die van vorig jaar, omdat we toen eigenlijk niet echt hadden voorbereid welke soorten we eventueel zouden kunnen gaan zien. Helpt het toch dat ik al eens eerder had meegedaan.

Rond half 12 staan we klaar om er vandoor te gaan, dus spullen pakken, headlights op en gaan met de fietsen. We komen aan bij het Eierlandsche huis en zien dat er meer teams op pad gaan: We zien de Spotvogels, team 3T, De Jonge Hondjes en Rock Around the Clock. 12 uur geeft Marc het startsein en we rijden weg, richting het Krimbos om te kijken of we Ransuil, Nachtegaal en Sprinkhaanzanger kunnen horen. De eerste geeft niet thuis in het muisstille bos, maar als we even stoppen om naar een verre nachtegaal te luisteren, fladdert er een houtduif oorverdovend op. Dat is soort 1. Nachtegaal blijkt inderdaad langs het fietspad te zingen en klinkt toverachtig in het donker. We horen geen ransuil maar even later op het fietspad door de duinen richting het uitkijkpunt renvogelveld wel een sprinkhaanzanger. In de duinen horen we verder nog Kleine Mantelmeeuwen en Zilvermeeuwen, en roepende Grauwe Ganzen.
Aangekomen bij het renvogelveld staat er behoorlijk wat wind die de geluiden van de aanwezige vogels behoorlijk overstemt. Toch horen we al snel een scholekster, meerkoet, krakeend en wilde eend. Ik twijfel over wintertaling maar die horen Joost en Jeroen helaas niet, dus die telt niet mee. Een roepende kievit is welkom, en we besluiten een klein stukje verder te gaan luisteren op het andere uitzichtpunt ten zuiden van de camping. Misschien zit er wel een waterral. Helaas wordt hier niets gehoord, dus keren we terug naar de Cocksdorp. Onderweg speuren we de akkerranden af voor jagende uilen. Je kan immers nooit weten. Helaas vangen we onderweg bot. Waar we eerst via het laatste stukje Krimbos naar de Haneplas willen rijden hoor ik ineens een vreemd geluid. Porseleinhoen? We weten het helaas niet zeker, want de vogel riep maar één keer. Toch maar naar de Roggesloot dan, misschien roept ie daar. Onderweg horen we grutto en waterhoen, altijd lekker vroeg op een Big Day en komen we James tegen. Zijn Big Ears staan gelukkig open en hij hoort ook een Rietzanger en terwijl we bij het vlondertje staan naast het parkeerterrein vergeet de bosrietzanger dat ie moet slapen, en besluit ie even kort te zingen. Hebbes!
Ook een Tureluur komt nog roepend voorbij en terwijl we zuidwestwaarts het dorp uitfietsen, mòeten we de drie Knobbelzwanen even meepakken. In het licht van de straatlantaarns zijn deze nog vrij aardig te zien en we horen ook nog een roepende fuut.
Ook de kleine karekiet die ik vorig jaar miste, laat zich even horen. Niet slecht, zo’n nachtsessie!
We vervolgen onze weg langs de Haneplas en in de richting van de Ruigedijk. Ik hoopte op een roepende smient, of wat steltlopers. Het blijft helaas stil, op het geruis van onze E-Bikes na. De Ruigedijk zorgt gelukkig voor opwinding, want er vliegt na een eindje fietsen even voorbij de grote opgang van de Slufter een kerkuil de lampen van de fietsen in. Met de headlights is ie nog iets langer te volgen. Gaaf!
Doorrijdend zien we in de verte al de lampjes van andere teams, die inmiddels ook al zijn gestart. Wanneer we langs de Nederlanden reden horen we nog een Wulp roepen, maar dat is dan verder ook alles.
We naderen de Koog en rijden de bossen in. Uiterst gespitst op houtsnippen rijden we rustig verder, tot we op een gegeven moment een Nachtzwaluw luid horen zingen. Voor Jeroen en Joost was dit een lifer, dus die moet wel even (onder embargo) gemeld worden. Even later horen we ineens een koekoek in het bos. Dat is wel even apart, om half 4 ’s nachts. Hij heeft er blijkbaar zin in. Onderweg bij Turfveld horen we nog een steltloper roepend overvliegen, vermoedelijk Witgat, maar we kunnen hem niet zeker krijgen en besluiten hem niet te melden.
We rijden verder naar het Grote Vlak, waar we als nieuwe soorten Slobeend en Waterral noteren. De Porseleinhoen laat zich helaas niet horen. Toch maar weer terug naar het bos, omdat we nog veel zangers niet hebben. En nog geen houtsnip!

4:39 Onderweg horen we al Merel, Roodborst en Boerenzwaluw zingend en roepend. Ook vliegen er nog een aantal stormmeeuwen over. Aangekomen bij de weg naar de Jan Ayeslag besluiten we nu rechtsom te gaan (en niet over de Nattevlakweg die we van Noord naar Zuid hadden gereden), de Rozendijk over. We horen Zanglijster, Gekraagde Roodstaart, Vink, Zwartkop, Grote Bonte Specht, Winterkoning, Pimpelmees, Koolmees en als we richting de Westerslag rijden, zien we eindelijk op de weg onze eerste Houtsnip! Binnen! Aangekomen op het Turfveld komen we gelukkig ook nog een Fitis tegen.
De meldingen stromen nu binnen van Ransuilen, Appelvinken, goudhaantjes en vuurgoudhaantjes, Grauwe Vliegenvangers en we weten niet goed wat te doen. Tijd verliezen hebben we geen zin in, dus we besluiten even 5 minuutjes om te rijden (denken we) om de Grauwe Vlieg en Appelvink te proberen (we zitten toch nog in het bos en denken nog wel een Fluiter te scoren), en nemen een route die uiteindelijk eindigt in een half uur door het bos wandelen, waarbij we geen Appelvink tegenkomen maar wel een roepende Grauwe Vliegenvanger. Onderweg pikken we nog Grasmus, Boomkruiper en Tjiftjaf op.
Nu is het toch wel tijd om naar paal 15 te rijden voor een stukje zeetrek, maar o wee, er wordt een Wielewaal gemeld. Gelukkig ligt de plek precies op de route naar het strand, dus kunnen we de gok wel wagen. Helaas zit ie er op het moment dat we aankomen niet meer, en we vervolgen onze route door de duinen naar het strand. Turkse Tortel vliegt nog wel over, dat dan weer wel.
Onderweg naar het strand zien we Kneutjes, Graspiepers en bij de strandopgang doen we even een kort rondje over het parkeerterrein en nemen we de aanwezige Kauwtjes en Witte Kwikken ook maar mee.
Aan het strand zijn we niet het enige team dat zeetrek wil doen. Boulevard Birders en Birdingbyjizz staan er ook, en helpen ons mee diverse leuke soorten op te pikken. Aalscholver, Grote Stern en Eider worden makkelijk ingekopt. Maar omdat we maar één telescoop hebben zijn de soorten die wat verder weg vliegen, lastiger voor ons allen waar te nemen. Zwarte Zee-eenden vliegen gelukkig veelvuldig langs en die kunnen we dan ook redelijk eenvoudig noteren.
Ook vliegt er voor de grote groepen zee-eenden een klein groepje van zes duikeendjes langs, waar ik niet meteen een antwoord op heb. “Toppers?”, opper ik. De rest van de teams neemt mijn aanname over en als we dit via de appgroep melden, wordt dit in twijfel getrokken omdat Local Patchers en Dutch Birding een groepje van 6 Kuifeenden langs zag gaan. Ik weet het ook niet 100% zeker, dus laten we het oordeel aan de jury.

Kuifeend moeten we dus nog wel melden vandaag. Visdief en Drieteenstrandloper komen ook weer makkelijk voorbij. Maar de Roodkeelduiker en Jan-van-Gent zorgen voor wat meer planning in het scopen. Gelukkig blijft die Roodkeelduiker ook wel eens bóven water, en vliegt de Jan-van-Gent stabiel naar noord, dus die kunnen we mooi op rij voor elkaar “klaar zetten” in de scoop. Dwergsterns vliegen ook nog even voorbij, dus dat scheelt weer zoeken voor de rest van de dag.
Nu moeten we onze laatste Duin- en Bossoorten nog even gaan regelen, vooral een grote afwezige van vorig jaar: Gaai!
De Duinen blijken weer vruchtbaar, dus we zien Bruine Kiekendief (schitterend mannetje ter plaatse op een duin), Roodborsttapuit, Heggenmus en bij Turfveld bewijst Joost zijn waarde door een zwijgzame Gaai op te merken, die over mijn en Jeroen’s hoofden vliegt. Mooi! We vervolgen onze weg naar het zuiden van het eiland want we moeten sowieso nog Blauwborst en Rietgors, en die hopen we in de Horsmeertjes te regelen.

Boompieper en Zwarte Kraai horen we onderweg naar de melding van Birdingbyjizz van Vuurgoudhaan en Goudhaan en die pogen we ook mee te nemen, maar we komen niet verder dan Goudhaan op de Nattevlakweg. We rijden even een hoekje om richting Jan Ayeslag, omdat ik daar vorig jaar prima heb ontbeten op een uitzichtpuntje op een duin. Er ligt alleen een boom voor, zodat we er niet meer op kunnen. Dat is jammer. Wat minder jammer is, is dat we tijdens het overleggen ineens een bijzondere vogel horen. “Stil eens, volgens mij is dit een Wielewaal!” En ja hoor! Ik neem gauw het geluid op en na nog twee keer roepen stopt hij helaas. Wel een gave soort om op de Big Day binnen te halen! Er vliegen nog twee lepelaars over, en als we aanstalten maken om weg te gaan hoor ik de Boomleeuweriken ineens zingen, en komen er nog twee Appelvinken roepend over. Dit was geen slechte plek!
Op weg naar de Horsmeertjes rijden we richting Den Hoorn, komen we Bergeend, Putter, Huismus, Ekster en Spreeuw tegen en als we door Den Hoorn rijden, zien we Holenduif op een dak, vliegt er een Gele Kwik over, en zien we het goede doel van deze dag: De Huiszwaluw! Hier is ie gelukkig nog flink aanwezig!
Na een kort stukje fietsen eindigen we bij de Petten, waar zwartkopmeeuw gezien zou zijn, samen met een flink aantal soorten die we nog niet allemaal hebben. Kluten zijn er in een flink aantal, alsmede een mannetje Pijlstaart, Rotganzen, Steenlopers, Kokmeeuwen, Rosse Grutto’s en hoera! Daar klinkt het typische geluid van de Zwartkopmeeuw al! Twee stuks vliegen op en zuidwaarts over de dijk.
We besluiten hun voorbeeld te volgen en rijden naar de Mokbaai, waar we een groep zilverplevieren, Rietgorzen, Tuinfluiters en Bonte Strandlopers binnen halen. Gauw door naar de Horsmeertjes voor de Geoorde Futen weg zijn! We lopen naar het zuidelijkste puntje en kunnen daar vrij eenvoudig de kleine geoorde Fuutjes, Tafeleend en vrouwtje Brilduiker noteren. Ook de Grote Canadese gans is vanaf dit punt te zien, en een fijne soort voor een Big Day! We gaan voldaan weer richting de Mokbaai, waar inmiddels vriend Klaas de Jong is aangekomen met zijn excursiebus. Hij wil graag met ons op de foto, en dat doen we dan ook.
Gauw door naar het ontbijt in Den Hoorn, wat rond half 10 voor ons klaar zou staan. Onderweg vliegt er een blauwe reiger over (altijd welkom), en vlak voor mijn vakantieadres zien we Gierzwaluw en Sperwer overvliegen. Als we lekker aan de koffie en croissants zitten, komt er een Buizerd over. De route is dus zeker niet voor niets!
Na deze verversing gaat de route verder naar het oosten. We slaan de kans op Zwarte Roodstaart over, want we willen eerder veel dagsoorten scoren om op de 130 uit te komen. Dan is de Veldleeuwerik altijd welkom, en die zingt op het zuiden van het eiland volop. Ook de ringmus zien we op de fiets, een mooi mannetje vliegt voor mijn voorwiel langs en gaat precies op een grashalm zitten, zodat Joost en Jeroen hem kunnen meepikken. Daarna rijden we door naar het Doolhof, waar afgelopen week een Spotvogel zat. Die zat er nu niet, maar wel een grauwe vliegenvanger, die ik voor de andere teams maar wel doorgeef.
Nu komen we bijna bij Oudeschild aan, waar we bij Dijkmanshuizen genoeg te zien hebben. Voordat we daar aankomen echter, horen we nog een Braamsluiper en worden we niet al te vriendelijk bejegend “***** op met je vogels!!” door een niet al te vriendelijke eilandbewoner, terwijl we netjes aan de zijkant van de weg staan. Gelukkig kunnen we zonder kleerscheuren doorrijden en komen we aan bij de kijkhut, waar we een spotvogel horen en op de kiek gaan bij Harvey van Diek, en Klaas ook weer te vinden is. We vinden hier de eerder gemelde Krombekstrandloper, Brandganzen, Zomertalingen die later wegkruipen in het riet en een Grote Mantelmeeuw. Harvey vertelt dat er ook Zwarte en Witbuikrotganzen gezien zijn in de groepen achter ons, dus we rijden door naar Ottersaat om een poging te wagen. We komen helaas niet verder dan een Oeverloper. We rijden door naar de Oude Sluishoek om pleviertjes te scoren, en vinden al gauw een Kleine en een Bontbekplevier. Ook zien we hier al een Noordse Stern en vliegt er een Torenvalk over. Bij Nieuw Buitenheim vinden we, dankzij de arendsogen van Jeroen, de strandplevier ook erg snel. Witbuikrotgans schijnt hier ook in de buurt te zitten, maar die krijgen we steeds maar niet zeker in beeld. Dus spoeden we ons snel door naar Waal en Burg, waar we nog zat te zien hebben.
Gek genoeg is er een omleiding waar we niet op zaten te wachten, dus we hebben 10 minuten vertraging en zien onderweg dat er een Pontische Meeuw gemeld wordt bij Dijkmanshuizen. Damn. Aangekomen bij Waal en Burg koppen we Bosruiter, Groenpootruiter, Kemphaan en Wintertaling vlot in, en samen met Rock Around the Clock en de Jonge Hondjes kijken we het stuk nog even af. Debby haakt ook nog even aan.

Als we doorrijden zien we de vijf Kolganzen al snel zitten, en bij het molentje zit er nog een Kleine Strandloper die Jeroen “Arendsoog” er snel uithaalt. Het is inmiddels alweer kwart over twee, dus we hebben nog zeven uur de tijd voor de laatste vijftien soorten om op ons target te komen. We rijden via het midden door naar de noordkant van het eiland, en hopen wat van de roofvogeltrek mee te krijgen. Debby belt met de mededeling dat er een ringtail over onze hoofden vliegt: Heel hoog, en haast niet te zien. Dat klopt inderdaad. We speuren de lucht af, maar zien helaas niets. We rijden verder naar de plek van de Morinellen. Onderweg komt de melding “2 Ooievaars noord midden over het eiland” van Arjan Dwarshuis binnen, en we kunnen ze dankzij de aanwijzingen van de andere teams en de oplettendheid van Joost gelukkig ook enige tijd volgen. Eenmaal aangekomen op de Muyweg zien we op de grond helaas niets, maar boven ons zweven twee roofvogels op de thermiek: Een Buizerd en een Zwarte Wouw! Gaaf dat we die nog konden meepikken! Deze laatste zakt af naar zuid dus die geven we even door. We gaan richting de Cocksdorp, want we hebben nog niet geluncht. Dan maken we ons laatste plan: er schijnt nog een Roodkeelpieper gemeld te zijn, even voorbij Dorpzicht en we moeten ook nog ergens naar de Tuintjes en het Renvogelveld. Eerst maar die Roodkeelpieper dan. Die vinden we niet, maar we zien wel een Grote Gele Kwikstaart, met dank aan Ben Gaxiola! Dan rijden we naar de Tuintjes via het wad, en kijken even bij het Deltamonument bij de Cocksdorp over het wad. Ik weet niet exact waarom, maar ik dacht dat er nog wel eens een Tapuit zou kunnen zitten. Die zit er niet, maar op de hoek van de dijk zien we wel een achttal Dwergmeeuwen rondvliegen. Okee, dat is een fijne toevalstreffer. Ook zien we nog een aantal Kanoeten als we doorrijden richting de Tuintjes. Daar komen we rond kwart voor zes aan, en we koppen meteen de Noordse, Rouw- en Engelse Kwikstaart in en zien onze tweede Zomertalingman van de dag. Ook zorgt een overvliegende Velduil voor opwinding, prachtig!
Bij de vuurtoren zit nog een viertal Tapuiten die we rap oppikken en we twitchen vrolijk door. De Grauwe Klauwier moeten we nog, en vinden we snel. Ook de Zomertortels langs hetzelfde fietspad zijn niet moeilijk (maar o zo prachtig). Maar goed, wat kunnen we nog binnensprokkelen voor onze 130-score? We hebben het idee dat we er al redelijk op zitten, maar “eenvoudige” soorten als Smient, Regenwulp, Dodaars, Havik, Slecht- en Boomvalk en Goudplevier hebben we nog niet en we zijn wel een beetje moe aan het worden. We besluiten over de Haneplas uit te kijken. Niets. de Oorsprongweg te proberen. Niets nieuws. Bij Utopia worden Temmincks Strandlopers gemeld. Wij rijden er naartoe. Weinig strandlopers te zien, wel een opvallend klein strandlopertje, die we aanvankelijk voor Temmincks aanzien. Steven Wytema boort helaas onze hoop de grond in. “Nee, een raar Bontje.” Niet dus. We kijken nog even over de Schorren uit en zien de Lepelaarkolonie, en nog een Velduil (!) over Utopia vliegen. We rijden voldaan door en zien dat de Morinellen ten noorden van ons gemeld zijn, op de plek van onze Grote Gele Kwik. Daar kunnen we makkelijk heenrijden. We rijden door Zeeburg en vinden daar nog een Witbuikrotgans, die zich goed laat zien. Bij de Morinellenplek zien we Birdingbyjizz weer en Steven maakt het weer goed door de Morinelplevieren voor ons te vinden. Ook de Regenwulp vliegt hier over en onderweg naar de Cocksdorp maken we de balans op. We hebben waarschijnlijk 132 soorten gehaald. Rond negen uur ’s avonds gaan we graag wat eten in de Cocksdorp, maar alle snackbarretjes blijken dicht, dus zijn we genoodzaakt pizza te eten op vakantiepark de Krim. Deze smaakt ons uitstekend en als we na het eten weer terug gaan richting het Eierlandsche Huis voor de finish, roept het Porseleinhoen ons uitbundig tegemoet (zijn het er meer? Het leken er meer).

We worden verwelkomd door applaus van de aanwezigen en worden geïnterviewd door Arjan van Egmond, die met zijn quiz bezig is. Dan is het tijd voor een rustige nazit, met een drankje en met leuke, gezellige medevogelaars en kennissen. Dit was een heel goede dag.